TGOC 2022

Eindelijk was het dan zover. Tasje ingepakt, schoenen klaar en met de trein naar Schiphol. We vlogen op dinsdag vanaf Schiphol. Dat weekend was het er mega druk geweest. Wij hadden die dinsdag gelukkig weinig last. De Ikea Frakta tas werkte weer prima als flightbag. Eén van de grondstewardessen vond dat iedere passagier die voortaan maar moest gebruiken voor de rugzak. De weegschaal gaf bij het inchecken 10,5 kg aan. Best netjes. De vlucht verliep verder prima en bij aankomst op Inverness was het nog droog. Het mooie van die Ikea-blauwe tas is dat je ‘m ook meteen spot op de bagageband. Mark stond ons op te wachten en even later arriveerde ook Phil. Team Hiking Sisters 2022 was compleet!

Op naar Strathcarron. Hoewel we ons startpunt hadden veranderd van Strathcarron naar Shiel Bridge, was onze accommodatie nog steeds in Strathcarron. Het oude stationshuis dat via AirBnB verhuurd wordt. Keith en Annabel bewoonden het bovenappartement, wij de twee slaapkamers beneden. In de extra kamer boven verbleef ook Martha uit Canada een nachtje slapen. Het restaurant waar we die avond dineerden bood me een baan aan in de bediening. Ik kon direct beginnen met kost en inwoning als ik zou willen. Zo hoog was de nood. We hebben een dag in Strathcarron doorgebracht. De tijd hebben we gedood met het vergelijken van de uitrustingen, het doen van shakedowns (die eigenlijk niets meer opleverden) en steeds maar weer opnieuw inpakken van de rugzak. Donderdagochtend zijn we door een taxi naar Shiel Bridge gereden en daar gingen we officieel van start.

Dag 1 Shiel Bridge – Alltbeithe Youth Hostel
16,2 km gelopen

Met de taxi naar Shiel Bridge dus. Onderweg passeerden we Eilean Donan Castle. Gauw even aan de wederhelft een fotootje gestuurd nu we nog signaal hadden. Bij het hotel hebben we onze handtekeningen in het Challenge-register gezet. Volgens traditie zijn we met onze voeten het water ingegaan. Het was bewolkt en het zou zeker tot in het weekend regenen volgens de voorspellingen.

Van Shiel Bridge liepen we naar Morvich. Dat is niet meer dan een kleine verzameling huizen die toegang bieden tot de Affric Kintail Way. Toen we net een half uur op weg waren begon het te regenen. Hard te regenen. Het pad veranderde in stromend water. De keien en rotsblokken werden uitdagend glad. Schotland op zijn best. De uitzichten waren dan misschien iets minder ver, maar het was nog steeds adembenemend mooi. Of was het de harde wind die ons de adem benam? Een klein beetje geluk hadden we wel: de wind waaide in onze rug en daardoor kregen we de regen niet in ons gezicht.

Tegen het middaguur bereikten we Glen Licht House waar Esther, Nederlands en woonachtig in Edinburgh, schuilde voor de regen. Via haar vernamen we geruchten dat het Alltbeithe Youth Hostel gesloten zou zijn. Hoewel we oorspronkelijk niet het plan hadden daar binnen te gaan slapen, maakte de regen dat we dan nu ineens de Camban Bothy (3 km voor het hostel) als schuil- en overnachtingsmogelijkheid zagen. Eerder stoppen zou wel betekenen dat we de volgende dag langer moesten lopen. Maar een tentje opzetten in de stromende regen of een ‘droge’ overnachting in een bothy? Als er plek was, had dat laatste de voorkeur.

Eerste aanpassing: eerder stoppen bij de Camban Bothy

In het stuk naar de bothy passeerden we een dame op (flinke) leeftijd die erg veel moeite leek te hebben met het klimmen en het gladde pad. Ik voelde met haar mee en vroeg me stiekem af of het wel zo verstandig was van haar om de challenge te lopen. Uit een gesprekje met haar later bleek dat ze zichzelf dat ook afvroeg en overwoog om al wel die dag te stoppen.

Tegen half vier bereikten we de bothy. Twee kamers: links en rechts en beiden zaten al aardig vol. Links met Britten en rechts was er wel wat ruimte bij de Amerikanen. Het werd dus rechts. Het was er niet warm en heel erg nat, maar het regende binnen niet. Mijn voeten waren nog droog omdat mijn goretex schoenen heerlijk waterdicht waren. Mer kon haar (niet waterproof en niet GTX) schoenen leeggieten. Ze had natte voeten en natte sokken. Ook haar nieuw gekochte leren inlegzooltjes waren kletsnat. Mijn voeten waren dan wel droog, maar mijn regenjack bleek opgekropen waardoor mijn shirt, top en zelfs onderboek nat waren geworden! Sjonge, beter opletten dus. We hebben de natte meuk zo goed als kon laten drogen.

Mer scoorde een echt bed voor ons door goed te onderhandelen met de Amerikanen. Mark moest op de tafel slapen, Phil op de banken en Esther op de grond. Op de stapelbedden lagen de Amerikanen. En wij 🙂

Dag 2: Camban Bothy – Loch Beinn a Mheadoin
36 km gelopen

Tegen 5:30 uur vertrokken de Amerikanen uit de Bothy. Wij twee uur later en anderen nog weer later. Mer was vergeten haar zooltjes uit haar schoenen te halen, dus die kon met natte sokken en natte zolen verder. Niet fijn.

Een uurtje na de start die ochtend zagen we met eigen ogen dat het Youth Hostel inderdaad volledig was afgehuurd en dus gesloten. We liepen verder. In een prachtige omgeving, maar we hadden er meer van kunnen genieten als het droog was geweest. Tegen half 11 bereikten we Loch Affric en de jetty. In een van onze plannen was die jetty een overnachtingsplek. Prachtig zo aan het water. Ik stelde me voor daar wakker te worden. Maar we liepen nu door onder druk van de groep. Om ergens rond 14 uur bij de schiereilandjes in het midden van Loch Beinn a Mheadoin aan te komen. Ik had gepland om hier op dag twee in het wild te kamperen. Er was inderdaad een prachtig mooi vlak stukje gras. Maar het regende af en toe nog. En we liepen opnieuw verder door.

Tweede aanpassing: doorlopen naar Cannich

Het idee ontstond toen om maar helemaal door te lopen naar Cannich. In Cannich zouden we (de volgende dag volgens het plan) overnachten op een echte camping. Met voorzieningen en een droogkamer. Dus in plaats van aan het Loch te wildkamperen, konden we ook doorlopen naar Cannich. Maar dat was wel een fikse afstand: bijna 40 kilometer!

De beloning zou een dag vrij zijn. Democratisch als het team was gingen we door. Ondertussen belden we naar de camping of we een dag eerder mochten komen en dat was geen probleem. Loch Beinn a Mheadoin was wonderschoon. Het regende nu minder vaak en het uitzichtpunt aan de oostkant van het Loch gaf een fenomenaal uitzicht. Na een korte stop bij Dog Falls en een oude nederzetting (Comar Dun) liepen we Cannich in en de campsite op. Tentje gepitcht, spullen gewassen en gedroogd. In de inn gegeten en comfortabel geleund tegen het idee van een extra vrije dag.

Dag 3

Die extra dag voelde ietwat vreemd, zo vroeg in de wandeling en zat vol met gaan en komen van challengers.

Dag 4: Cannich – Ault ná Goire
32 km gelopen.

Weer op schema. Tegen 8 uur waren we ingepakt, hadden we ontbeten en gingen we weer op weg. Deze dag zou in het teken staan van de overtocht over Loch Ness. Ietwat onder tijdsdruk. De boot zou tegen vijf uur varen, we moesten zorgen dat we daar op tijd zouden zijn. Ik weet dat ik liever eerder zou vertrekken om wat comfortabeler in de tijd te zitten. Bovendien scheen het zonnetje, waarom daar niet volop van genieten? Maarrrr, we waren met vier. Dat is dubbel zo veel rekening met elkaar houden.

Martha vergezelde ons. Ze moest vanwege het slechte weer haar hoge ambities route aanpassen naar een lagere route. We wandelden deze dag met 5 door Glen Urquhart. Lange stukken bos en aardig wat aanspraak. Het was redelijk warm, de zon deed haar best. Tegen half 2 zagen we Loch Ness in de verte opdoemen. Een half uur later zaten we aan de lunch in Drum. Keith, Annbel sloten aan. Het was gezellig en de koffie was prima. We konden de Affric Kintailway als lange afstandswandeling aftikken. Yeah! Maar Zuslief ontdekte toen blaren op haar voeten. Ojee…

Tegen half vier zijn we naar de pier gelopen waar de boot lag. Een uur later voeren we over Loch Ness langs Urquhart Castle. Van deze kant had ik het kasteel nog niet gezien. we legden aan bij de meest onwaarschijnlijk verroeste aanlegsteiger. Met wat klimmen en klauteren lukte het iedereen aan wal te komen. Rugzakken op en op weg naar de Sutherlands in Ault ná Goire. Op weg naar ons eerste bevoorradingspakje (omnomnom).

Ault ná Goire is op zijn minst een heel bijzondere plek. Het echtpaar dat daar woont heeft echt een hart voor Challengers. De tuin staat vol met van alles. Maar er is een ruim veld dat ruimte biedt aan veel tentjes. Met hulp van hun (schoon)kinderen koken ze voor ieder die daar wil eten (diner en ontbijt). Voor mij had ze zelfs vegetarische worstjes voor het ontbijt in huis gehaald! Het pond Rotterdamsche Oude kaas waar Mer mee liep te sjouwen is hier opgegaan. Dat scheelde weer gewicht. Na het avondeten zijn wij onze tent ingedoken.

Dag 5: Ault ná Goire – Glen Mazeran
24 km gelopen

Mevrouw Sutherland had voor ons ontbijt gemaakt, dus opnieuw konden we niet heel vroeg weg. Het werd uiteindelijk 8:30 uur onder vioolspel van meneer Sutherland. De route van deze dag zou zo’n 28 km zijn met zeker twee hutten als rustpunt onderweg. Dat was een geruststellend vooruitzicht! De route van deze dag zou tot 750 meter klimmen en het eindpunt zou ergens in de buurt van een estate zijn. Daar zouden we niet overnachten, maar wildkamperen in nergensland.

We kwamen al snel Ali tegen (die van Challenge Control) bij een bushalte. Ze vertelde dat ze moest stoppen met haar wandeling vanwege heupklachten. Ze pakte de bus terug naar Inverness. Mer liep niet lekker. Ze klaagde over haar blaren, pijn in haar voeten en een gat in een van haar sokken.

Derde aanpassing: via Farr ipv via Glen Mazeran Forest

Al snel werd een alternatieve route geopperd omdat Mer én pijn in haar voeten had en zichtbaar moeite had met heuvel op lopen. Er was een alternatief, maar dat was iets langer en had meer asfalt, maar de stijging zou maar tot 250 meter zijn in plaats van bijna 800. En opnieuw: democratisch werd gekozen voor de alternatieve route. Asfalt, asfalt, asfalt… En opnieuw regelmatig regen.

21 km hield ze het vol, maar liep steeds ver achter ons. Tot we bij het boothuis bij Loch Farr kwamen en ze aangaf dat ze niet meer verder kon en ging stoppen. Dat was dat. Wij stopten met haar omdat er geen haar op mijn hoofd dacht dat ik door zou gaan, terwijl zij geblesseerd was. Terug naar Inverness en van daar naar Aviemore waar we eigenlijk de volgende dag zouden aankomen. Hotel gebeld: ja, extra nacht kon. Nu nog daar komen. Mer en ik zouden naar Avienmore gaan en de andere helft van Team Hiking Sisters ging terug naar Strathcarron om de auto van Mark op te halen. In Aviemore zouden we dan wel een nieuw plan maken wat te doen met de rest van de boekingen / dagen. Ik belde Challenge Control met het droevige nieuws. En slikte mijn teleurstelling weg. Al die voorbereiding…

Dus op zoek naar een bus. Het duurde nog wel een kilometer of drie voordat we die gevonden hadden. Google Maps laat namelijk zien waar bushaltes zijn, maar in het echt zijn die bushaltes er gewoon niet. Bushaltes in Schotland zijn, zo bleek, daar ‘waar regelmatig iemand uitstapt‘. Dat vertelden inwoners van Farr ons. Dus op de plek waar regelmatig iemand uitstapt, zijn wij maar gaan wachten. En warempel, na een half uur was daar inderdaad een bus. In Aviemore aangekomen hebben we onze intrek genomen in het hotel en een troostpasta bij een pizzeria gegeten. Mark en Phil arriveerden wat later mét auto. Er werden plannen gemaakt om de rest van de dagen toch nog zinvol door te brengen.

Wat we ervan maakten: Aviemore – Sandwood Bay

Na 5 dagen stopte dus onze Challenge. Zelfs van wildkamperen was het nog niet eens gekomen. Hoewel de nacht in de bothy aardig ‘wild’ was, maar nee, niet in de zin van wildkamperen. We hadden in Aviemore inmiddels wel Mark’s auto tot onze beschikking. Dat is een luxe waarmee een roadtrip ineen een goed alternatief voor onze challenge leek. Afhankelijk van het herstel van Mer zou wildkamperen ineens weer een optie zijn in combinatie met dagwandelingen.

Aviemore
Dag 1: 10 km gewandeld

De eerste hersteldag vond plaats in en rond Aviemore. Phil bleek ineens snotverkouden en bleef in zijn hotelkamer. Mer kon trailrunschoenen van Mark lenen en haar tenen kregen daarmee iets meer ruimte. We hebben een korte maar prachtige wandeling gemaakt naar Loch Morlich, met uitzicht op CairnGorm. Een rondje rondom Loch an Eilein en Loch Gamhna. We besloten de middag met een educatief bezoekje aan het Reindeer Centre en een rondje Cairngorms skicenter waar we bijna van de berg afvlogen, zo hard waaide het. In de avond ontmoetten we Martha en Chris die nog lekker met hun Challenge bezig waren en vanwege het slechte weer ook hun route moesten aanpassen. We aten in het enige restaurant dat open was én plaats had: Indiaas, mét plakkende vloerbedekking. Ieuw.

Dag 2: 13 km gewandeld

De tweede hersteldag werd een iets langere en pittigere wandeling naar An Lochan Uaine en Loch á Gharb-Choire.

Known locally as ‘the green loch’ this is one of the most beautiful spots in the Aviemore area. Legend has it, the bright green colour comes from pixies who wash their clothes in the water – although the other theory revolves around algae, which isn’t as much fun.

Het weer was fantastisch en de omgeving ook. Wel ietwat wrang omdat we hier een stukje van de geplande route liepen. Leuk om te zien wat we misten, maar pijnlijk in het besef dat het hierbij bleef.

Ik had een close encounter met een baby adder die ik voorzichtig naar de kant van het pad heb gedirigeerd, omdat ik veel te bang was dat iemand erop zou gaan staan. An Lochan Uaine lag als eerste op onze route en is een toeristische trekpleister. De meeste dagjesmensen komen ook niet verder dan dat. Iets verderop ligt het eveneens en daardoor onbevolkte wonderschone Loch á Gharb-Choire. Dat was de plek waar we voor onze lunch een wrap hebben gegeten. Bijna kon ik het pad aanraken dat naar de Lairig Ghru leidt, maar helaas, ook zover kwamen we niet. In de namiddag ontmoetten we Esther, Keith en Annabel, maar ook Benny uit de groep Amerikanen. Mer haar voeten waren aan het herstellen. Hoe leuk het was om alle Challengers tegen te komen, het was ook pijnlijk om steeds maar weer te vertellen dat en waarom we waren uitgevallen. Het werd tijd voor loslaten en een andere omgeving.

Sandwood Bay Beach
13,5 km gewandeld

De volgende ochtend hebben we de rugzak gepakt en gingen op weg naar eindbestemming voor die dag: Sandwood Bay. We zouden wildkamperen op een, zo beloofden Phil en Mark, spectaculaire plek. Yeah! Eindelijk. We namen de toeristische route ernaar toe. Bij de Crask Inn, die eigenlijk ook een kerk is, dronken we koffie en thee met cake. We moesten opschieten want er moest een dienst van start.

Having been donated to the Scottish Episcopal Church by its previous owners, The Crask retains a religious role for local residents and guests. Morning Prayer takes place if visitors request it and Evening Prayer takes place every day at 5pm. Informal church services take place on the 3rd Thursday of each month at 12 noon, followed by a shared lunch. All visitors are welcome to join if they wish.

Verder naar het noorden zagen we munro Ben Hope en speerden we voorbij Dun Dornaigil (een broch uit de ijzertijd). Ik nam een foto, maar wist pas waarvan toen Duitse toeristen ons aanhielden om te vragen waar dit broch te vinden was. Vlak voor Durness bezochten we de Smoo Cave. Een bijzondere grot omdat het eerste deel van de grot uitgesleten is in de rots door de werking van de zee, terwijl het tweede deel is ontstaan door een kleine zoetwaterstroom. In Durness zelf namen we even een kijkje bij de John Lennon Memorial Garden. Ik had geen idee dat het bestond 🙂

We vervolgden onze route en zagen onderweg de bergen Cranstackie, Foinaven, Arkle en Ben Stack. Vanaf het punt dat we tegen 17 uur bij Blairmore de auto parkeerden was het nog zo’n 7 km wandelen naar onze beoogde kampeerplek. Het pad was goed, we ontmoetten enkele wandelaars, met of zonder hond, en Mer ging nog steeds goed op de schoenen van Mark. Het leek een prachtige avond te worden. Redelijk wat wind, maar geen regen en een redelijk heldere lucht. Ongeveer aan het eind van het pad, iets voor het strand en zo’n meter of 60 omhoog, steekt een stuk graniet uit de grond en dat leek ons een prima windbreker. Ervoor lag een vlak stuk gras en dat maakte het een perfecte plek voor de tenten. Bovendien keken we uit over het strand en de zee. Wat een geweldige plek.

We hebben snel de tenten opgezet, de matjes opgeblazen en zijn naar beneden gelopen. Daar hebben we genoten van het strand, de zee en het uitzicht. Er doemden echter donkere wolken op en even leek het of het heel erg slecht weer werd. Mark is naar het Loch gelopen om water te tappen voor ons avondeten en wij gingen de tenten nog steviger vastzetten. De bui ging gelukkig aan ons voorbij. Het werd een avond met whisky, chocola en de zon die de zee inzakt. Met het knipperende licht van de vuurtoren van Cape Wrath aan de horizon beoordeelden we dit als een geslaagde wildcamp. Het verzachtte de pijn van het uitvallen een heel klein beetje.

Sandwood Bay – Handa Island – Stac Pollaidh
20 mei 2022, 16 km gewandeld

We werden al vroeg wakker en de ochtend werd bepaald door pech. Door een gekke stap viel Mark op zijn tent en brak een tentstok van zijn Big Agnes. Jammerdebammer. Gelukkig had hij zijn gloednieuwe dcf Trekkertent in de auto voor als het repareren niet zou lukken. Mer scheurde bovendien haar slaapzak op twee plekken en had een tent waarin het dons lekker rondvloog. Ze heeft het opgelost met sporttape, maar toch…ook een beetje jammer. Ze riep dat het voor haar tijd is een andere hobby te zoeken.

Na een koffie en een reep als ontbijt, hebben we de tenten opgeruimd en de rugzakken ingepakt. We legden opnieuw de 7 km lange route terug naar de auto af. Het was niet zonnig, maar wel droog. We reden naar Tarbet om daar op een rubberboot te stappen naar Handa Island.

In de prehistorie werd Handa gebruikt als een begraafplaats, er zijn nog steeds overblijfselen van een kapel met de naam Tràigh an Teampaill wat Strand van de tempel betekent. Op zijn hoogtepunt had het eiland 65 inwoners en had het een parlement gelijkaardig aan dat van  Saint Kilda, de oudste weduwe was de Queen van het eiland. Maar de aardappelshongersnood van 1846 dwong de inwoners te emigreren.

Betalen voor het bezoek doe je voor de overtocht met de boot en voor het huren van een verrekijker. Aangezien we nooit gedacht hadden dit te doen, wilden we heel graag die verrekijker huren. Bovendien sponsorden we daarmee Scottish Wildlife Trust. Grappig weetje: ook al is het een vogelreservaat, ook op dit eiland geldt het ‘Right to Roam‘. Maar uiteraard zul je zelf moeten regelen dat je op/van het eiland (af)komt als de boot niet gaat.

Op het eiland is een route uitgestippeld. Mooi en veilig genoeg voor de bezoeker en voor de (broedende) vogels. We zagen veel grote jagers (Stercorarius skua), in het VK ook wel Bonxie genoemd, ontzettend veel zeekoeten en alken. Ook een prachtige ieniemienie orchidee en een wegduikende grijze zeehond. Maar ons hoogtepunt was natuurlijk de Puffin (Papegaaiduiker). De iPhone is absoluut prut als het gaat om telemogelijkheden. Maar een beetje creatief ben ik wel, dus ik gebruikte de verrekijker als lens. Niet top, maar wel beter. Voor wie ze niet kent, ik heb wat duidelijker fotootjes van Puffins gepikt van internet.

We hebben er een paar uurtjes rondgelopen. Prachtige natuur, oude historie en veel vogels. Met de rubberboot voeren we terug naar het vasteland waar Phil op ons wachtte en toch wel spijt had dat hij niet was meegegaan. Het werd tijd voor een late lunch in de beste pie-shop van Schotland. En eerlijk is eerlijk, de mushroom-redwine-chestnut pie was erg lekker. Jammer dat het begon te regenen en we ‘m in de auto moesten opeten. Van de pie-shop was het nog maar een klein stukje naar de Shore caravansite in Achmelvich Bay, Lochinver. Die was niet zo goed uitgerust als de campsite in Cannich, maar deze was weer aan het strand 🙂

We hebben de tentjes gepitcht, gedoucht, wasje gedaan en opnieuw even genoten van telefoonbereik boven op de berg boven de campsite. Op het strandje een fles wijn open getrokken en wat snacks gegeten bij wijze van avondeten. We zaten nog vol van de pie. We knoopten een gesprek aan met iemand die een drone bediende en die heel graag aan ons wilde demonstreren. Toen de tent in. Ik kon niet slapen en heb een tijdje liggen lezen. Toch fijn, die e-reader mee!

21 mei 2022, 8,5 km gewandeld

Vroeg opgestaan en op weg naar Stac Pollaidh, ook wel Stac Polly genoemd. Op de parkeerplaats voor de toegang tot het pad hebben we ontbeten met een magnifieke Stac Polly als backdrop.

At just 612m high Stac Pollaidh must be Scotland’s finest mini mountain, tucked away near the wild and rugged west coast in the shadow of hulking giants Cul Mor and Ben More Coigach. You can park at its base and walk to the east summit in less than an hour.

Het pad naar de oost-summit is prima te doen. Aan het eind wordt het wat rotsachtig, maar met een redelijke conditie en wat ervaring in klimwandelen is het zeer goed te doen. Helaas durfde Mer zo’n 25 meter voor de summit niet meer verder en ze bleef op het pad op ons wachten. De summit is een cairn op Torridonian zandgesteente en vanaf daar heb je een prachtig uitzicht op de grote bergen in de nabijheid. Werkelijk adembenemend en niet van de wind dit keer. Het was (nog) niet al te druk met bezoekers. Omdat Mer toch wel moeite had met deze berg zijn we via hetzelfde pad teruggelopen in plaats van om de berg heen. Ondanks dat, was ik toch wel erg blij met deze ochtend.

Panorama van het uitzicht (van Wikipedia geplukt)

Eten deden we bij Delilah’s en terug op de campsite begon het te regenen. lekker vroeg de tent in en verder met mijn boek.

Stac Pollaidh – Invergarry – Glen Nevis – Montrose
22 mei 2022, 10 km gewandeld

We waren om 6:00 uur weer op met ingepakte tent. Op weg naar Ullapool via Ardvrek Castle en Knockan Crag National Reserve. In Ullapool even langs het Caledonian Hotel gelopen waar we ooit eens tijdens een rondtrip verbleven en daarna ontbeten in een hip tentje op Argyll Street. Toen door naar de Gallery van Rue, de vader van de eigenaresse van Delilah’s waar we de avond ervoor dineerden. Op 100 meter afstand staat daar de vuurtoren en met regelmaat zie je de ferry naar Stornoway op de Buiten-Hebriden varen. Het begon te regenen en dus de auto in en op weg naar de volgende bezienswaardigheid: de Corrieshalloch Gorge

This mile-long canyon, through which the River Droma rushes, takes its name from the Gaelic for ‘ugly hollow’. But that’s as far from the truth as can be. Corrieshalloch is one of the most spectacular gorges of its type in Britain and provides striking evidence of how glacial meltwater can create deep gorges. Just a short drive from Ullapool and only an hour from Inverness, this is the perfect place for a family adventure!

A short steep walk will bring you to a Victorian suspension bridge, where you can gaze down over a series of crashing waterfalls. Corrieshalloch Gorge is designated a National Nature Reserve in recognition of the spectacular gorge and the surrounding woodland. It’s also home to a nationally rare species of cranefly, which benefits from the wet dead wood in the shaded areas of the property.

Via een erg toeristisch bezoek aan Urquhart Castle, waar we eerder langskwamen in de Loch Ness ferry en dat ik al eerder had bezocht maar mijn reisgenoten allemaal niet, reisden we door naar Invergarry, onze eindbestemming. Daar stond een bed voor ons klaar in het Saddle Mountain Hostel. Wat een superdepuper goed georganiseerd hostel is dat zeg! Echt een aanrader.

Dagoverzicht 22 mei
23 mei, 10 km gewandeld

Via Glen Finnan, het Commando memorial, naar het Jacobite momument gegaan. Ook daar was ik al eens geweest. Toen moesten wederhelft en ik door de ‘bog’ banjeren, maar nu lag er een mooi pad naar het treinviaduct. Van daar hebben we een niet al te lange, maar best mooie wandeling in dat gebied gedaan. Het zonnetje scheen, dat hielp ook wel. Tegen half 4 kwamen we aan bij de parkeerplaats in Fort William waar het pad naar An Steall (de waterval) begint. Ook dit is weer een pad dat niet al te veel uitdagingen kent en goed te doen is voor zowat iedere wandelaar.

Ons doel was om ná de waterval een mooi plekje te vinden op onze tent op te zetten en zo geschiedde. De laatste wildkampeerspot van deze vakantie alweer. En weer een hele mooie. Nog even genieten dus.

24 mei, 9 km gewandeld

De volgende dag reisden we via een destilleerderij in Tomintoul (spreek uit: Tomintaul) naar Montrose. Dichtbij de plek waar we met onze voeten in de Noordzee zouden staan als we de Challenge succesvol hadden afgerond. De boeking bij het B&B hebben we laten staan en ook onze reservering voor het afsluitende diner voor de dag erna. Het t-shirt en de mok lagen te wachten, maar uiteraard geen certificaat. Ietwat pijnlijk om al die mensen te zien die het wel hebben gehaald, troostrijk om de mensen te ontmoeten die ook eerder moesten stoppen en bovenal was het erg leuk om gewoon de mensen terug te zien die we kenden.

Al met al was het niet halen van de Noordzee via de geplande route jammer, maar hebben we er ondanks dat tóch iets moois van gemaakt. Geen 350 km, maar toch zeker wel 215. Gaan we de challenge nog eens doen? Da’s maar de vraag.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven